Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [26]Namelijk, de HEERE, de God der [27]heirscharen; HEERE is Zijn [28]gedenknaam. 26. Omdat de Zoon Gods in het voorgaande onder den naam van den engel, en voorts door het woord hem, enz., is gemeend, zo wordt dit tot verklaring zijner goddelijke majesteit hier bijgevoegd; dat nu de Hebreeuwse letter Vau dikwijls alzo voor namelijk, te weten, gebruikt wordt, is bekend, en hier, op het voorgaande [gelijk de rechtzinnige godvruchtige lezer zal kunnen oordelen] wel passende. 27. Zie 1 Kon.18:15, en vergelijk Gen.22:11, en Gen.48:16; Ps.24:10; Jes.6:1,2,3,5, en Jes.9:6, en Jes.25:6, enz. 28. Of, gedenkteken. Hebreeuws, gedachtenis; dat is, Jehovah is de naam, met welken [als betekenende het eeuwig, zelfstandig, onveranderlijk, enz. wezen Gods] Hij onder zijn volk bekend, en zijner, mitsgaders zijne eigenschappen, gedacht wordt. Zie Gen.2:4, en vergelijk Ex.3:14,15, met de aantekening. Sommigen duiden dit op Jakob aldus: De HEERE [was] zijn [namelijk Jakobs] gedenkteken.